Inleiding
In afgelopen september zijn ons als ISP twee belangwekkende, mensen ontvallen m.n. Clemens Buur en Kees Stol, een voorbeeld, die helaas elkaar niet persoonlijk gekend hebben. Hun foto's houden hun 'zijn' ook levend voor ons.
Clemens Buur geboren op 21 mei 1949 overleed op 23 september 2018. Op 28 september j.l. was er een indrukwekkende uitvaart in Heemstede; begeleid door pastor Ans Dekker en vele aanwezigen. Twee toespraken zijn hier vermeld. Vanuit het ISP heeft Ton de Vries gememoreerd dat Clemens een geweldig zoekende mens was die intensief betrokken was bij zijn lotgenoten en dit in de praktijk uitte door daad en geschrift, wat helaas niet altijd door de "buitenwacht" begrepen werd.
Kees Stol geboren op 31 mei 1933 overleed op 28 september 2018. Op 4 oktober jl was er de uitvaart in de volledige Pelgrimskerk te Haarlem geleidt door ds. S. Zijlstra. De toespraken door de kinderen van Kees en Corrie zijn hier vermeld.
Vanuit het ISP en  PMO, met de aangesloten minimaorganisaties, is Kees steeds beleefd als een direct betrokken persoon die tot zijn laatste energie ook actief is gebleven voor de minima.

Er is heel veel gebeurd de afgelopen weken.
Clemens is veranderd van een man die ingedoken in zijn stoel zat en je niet aankeek en vaak onophoudelijk sprak.
Veranderd in een man die liggend en met opgeheven hoofd in de kussens je vol aankeek, maar sprakeloos was . Een handgebaar soms.
Eén keer , op een zondagochtend in het hospice, tikte de dienstdoende verpleegkundige in het hospice me aan: ‘mijn dag is goed, Clemens heeft mij vanmorgen een glimlach geschonken.’
En daar doe ik het voor...
En zo kon het ook gebeuren tijdens zijn laatste weken dat hij mij met zijn blauwe ogen vol aankeek, en ik weer dat prachtige jonge blonde kind in hem zag.
Dat blonde blanke kind , dat jij was, Beloftevol, talentvol , creatief, en speels.
Clemens was van ons degene die op zaterdagavond tussen de schuifdeuren toneelstukjes voordroeg.
Hij hoefde alleen maar een kleed om te slaan en hij was wie hij wilde zijn.
Later moest hij keihard aan zichzelf werken om te worden wie hij wilde zijn.
Ik heb zoveel respect voor hem dat keer op keer innal die jaren zichzelf moest opbouwen tegen het geweld van de niet aflatende stemmen in zijn hoofd.
Zou het kunnen dat hij van jongs af aan en vanuit het gezin waarin hij is opgegroeid ook naar de zachte stem van ziel heeft leren luisteren?
De zachte stem die hem zei ;
Jij bent mijn welbeminde....
Die zachte stem die hem keer op keer hielp opbouwen tot een man die geloofde in een God groter dan zijn hart.
Jarenlang heeft pastor PAul Visser Clemens thuis bezocht en samen zochten zij naar een leefbare weg. Een weg in deze wereld, maar dan omgekeerd:
Een wereld waar lachen zullen, zij die wenen,
Waar wonen zal wie hier geen woonplaats heeft,
Waar dorst en honger zijn verdwenen,
Waar een onvruchtbare vruchtbaar is,
Clemens maakte dat waar voor mensen zonder dak boven het hoofd. Natuurlijk ook omdat hij moeilijk alleen kon zijn, maar tóch.

Op de rouwaankondiging ziet u achter donker bos en achter wolken stralend licht.
Als U opkijkt ziet u in het raam een óp of ondergaande zon , licht dat op ons valt. Hou het vast in uw herinnering voordat u straks de tuin in loopt ..
Want Misschien, ik weet het niet, heeft u zelf ooit ervaren na een donkere periode in uw leven, dat er op een ongedacht en onverwacht moment toch een verandering tot stand kwam , licht, een lichter leven.
U gaat nu luisteren naar Leonard Cohen die zal zingen :
Er is a crack in everything:
That is where the light comes in!

En luistert u dan met een gevoel van respect voor Clemens en mensen zoals hij: Vrouwen en mannen die door hun aandoening keer op keer een crack ondergaan.
Mensen die Die zichzelf en met behulp van anderen, om hen heen ouders, familie, professionals naast the cracks zijn blijven dromen van deze omgekeerde wereld waarin licht binnenkomt, de zachte stem van hun ziel de waarheid heeft gesproken.
In dat licht zal hij zijn ogen geloven!

Béanca
28 september 2018

Clemens Buur, het derde kind en tweede zoon van Piet en Tine. Geboren in de Luciferstraat te Haarlem. Op zijn 8ste verhuist naar Rotterdam waar hij de lagere school doorliep. Sloeg voor het gemak de 3de klas maar over, want hij wist het toch allemaal al. Op zijn 13de terug naar Heemstede verhuist waar hij het gymnasium aan het Triniteitslyceum aan de Zijlweg te Haarlem volgde.  Natuurlijk Gymnasium Alfa, wat ook blijkt uit zijn verdere studiekeuze.
In Clemens' dichtbundel “Eenzaam in Niemandsland” treffen we gedichten aan als “Grieks”, “Latijn”, “Nederlands”. Hij had een goed gevoel voor taal, kennis van de klassieken, en een brede belangstelling voor kunst.
Lezend in deze bundel opgedragen aan zijn Franse vriendin “Sybille” beschrijft Clemens eigenlijk zijn hele jeugd in alle variaties. De feestdagen bij ons thuis hoe hij deze beleefde, maar ook de zondagen als we naar Avi Fauna gingen of de Diergaarde Blijdorp. Zelfs beschrijft hij als we met het hele gezin “de werken af” gingen.  Dit laatste slaat op een aannemers eigenschap die ook mijn vader bezat. Op zondag ging je met vrouw en kinderen kijken hoe de diverse bouwwerken waar je mee bezig was erbij stonden.
Zelfs zijn eerste dansles beschrijft Clemens in zijn bundel, maar ook zijn studiekeuze. Daarover schrijft hij in de eerste strofe:
“Er was zo’n knap studiehoofd,
dat het verder moest,
en eigenlijk was er ook geen
andere toekomst dan de universiteit
om door te leren.”

Logisch dus dat Clemens op zijn 17e naar Nijmegen ging, en zich inschreef voor de studie psychologie. Hij ging op kamers, leerde zelfstandig te wonen en voor zichzelf te zorgen. Enige jaren heeft dat geduurd maar zijn psychische ziekte begon zich langzaam daar al te openbaren. Thuis begrepen wij zijn afwijkende gedrag niet echt, laat staan dat we wisten wat schizofrenie betekende. Na enkele jaren verkaste Clemens naar Amsterdam, want daar gebeurde het toch allemaal, om aan een studie sociologie te beginnen.

Zijn psychosen werden al meer en sterker, zodoende kwam Clemens langzaam in het traject van de Geestelijke Gezondheid Zorg terecht.  Het was voor hem en ook zijn omgeving niet makkelijk om zijn lot te aanvaarden. Zijn intelligentie speelde hem parten als hij soms bij een opname tussen mede patiënten zat die hem absoluut niet begrepen.  Ook voor ons was het moeilijk om zijn gedachten te blijven volgen.

Langzaam en met veel vallen en opstaan heeft hij op een bepaalde manier zijn ziekte niet alleen moeten, maar ook leren aanvaarden, hoe moeilijk dat proces ook was. Niet alleen voor hemzelf maar zeker voor mijn ouders indertijd, de andere gezinsleden en allen die direct of indirect erbij betrokken waren.

Door de jaren heen, toen hij ouder werd, heeft hij het op zijn manier meer weten te aanvaarden, maar nog meer proberen uit te dragen, wie je als mens bent en mag zijn: een beperkt schepsel, maar kostbaar in Gods ogen!

Zijn artistieke kant, kwam niet alleen tot uiting in zijn schrijfsels maar ook in zijn tekeningen en ”pogingen” om te schilderen.
De PC bracht uitkomst, de vele kunstzinnige  foto’s  die hij opzocht, bewerkte  en weer rond stuurde.  Later meer middels de vele blogs die hij maakte op internet, de mails die hij iedereen soms tot vervelends toe stuurde. In veel gevallen konden wij zijn teksten en tijdens gesprekken met hem zijn gedachten gang niet altijd volgen.  Clemens was blij en dat zei hij ook regelmatig, dat hij op deze manier zijn steentje aan het verbeteren van de wereld kon bijdragen. Hij noemde het “werken”.

Op de Bomanslaan was het vaak een komen en gaan. Ruim 30 jaar heeft hij daar gewoond en geleefd, en velen van u zijn daar met enige regelmaat op bezoek geweest.
Soms waren de gesprekken wonderlijk en soms was het gewoon niet leuk om daar te komen. Met zijn onnavolgbare en soms onzinnige uitgesproken gedachten, hangend in zijn stoel, wist hij je weer te raken met bijzondere wijsheden of regelrechte onzin. Niet altijd gemakkelijk!

In 2004 openbaarde zich een kwaadaardig gezwel aan zijn maag. Voor en na de noodzakelijke ingreep weigerde hij verder behandeling. Hij zou wel terugkomen als hij klachten zou krijgen. Wij, en in zijn hart hij zelf ook, hadden niet verwacht dat hij nog 14 jaar zou leven.
Begin september is Clemens getroffen door een zwaar herseninfarct. Ook nu weer weigerde hij intuïtief verdere behandeling, alsof hij zich terdege bewust was dat hij niet meer zou herstellen.  Tijdens de ziekenzalving hebben we op een gepaste wijze gestalte gegeven aan het einde van zijn leven. Wij zijn toen bij elkaar geweest en hebben geprobeerd zijn afscheid van dit leven op een gelovige manier te beleven. Nog betrekkelijk jong, pas 69, is hij gestorven en niet meer onder ons. Het verlies van iemand is een aangrijpend en verdrietig moment, zeker zoals dat met onze broer Clemens is verlopen. Toch hoop ik dat alle goede en ook mooie herinneringen aan hem in onze gedachten zullen blijven.

Uitgesproken door zijn oudste broer Piet-Hein tijdens zijn uitvaart te Heemstede

 

Lieve mensen,
Bedankt dat u vandaag met zoveel bent gekomen. Onze moeder, mijn zus en ik willen graag met jullie terugkijken op pappa’s leven. Een rijk leven dat niet is te vatten in een paar minuten, maar we willen graag stilstaan bij mooie momenten en herinneringen.
Op 2 maart 2017 kreeg pappa een hersenbloeding. Na het ziekenhuis verbleef pappa in Zuiderhout en de Rijp. Daar heeft hij zijn enorme kracht laten zien. Van bedlegerig in het ziekenhuis werkte hij hard in Zuiderhout om weer te lopen. Dat ging heel goed, helaas werkte de geest niet meer mee om naar huis te kunnen. Zo kwam hij in De Rijp. Daar was het niet makkelijk voor hem om niet meer bij mamma op de Lorentzkade te kunnen zijn. Gelukkig hebben we daar wel samen plantjes kunnen zaaien, genieten van de moestuin op het balkon, naar Thijsse’s Hof en samen zingen bij de kerkdiensten in de Rijp. Er gebeurt altijd wel wat bij die diensten, iemand moet opeens naar het toilet, is haar tas vergeten, of familie valt plots binnen. Geweldig dat de vrijwilligers en de gereformeerde kerk Bloemendaal de door bezuinigingen bedreigde kerkdiensten in de Rijp hebben opgevangen en zo hoop en liefde geven.
Vanaf de hersenbloeding heeft pappa iedere dag bezoek gehad. Mamma was er altijd, maar ook Jan, Bas en Kees kwamen iedere week. Heel erg bedankt dat jullie dat gedaan hebben.
Mijn vader vond het moeilijk om dingen uit te leggen. Als het kon dan liet hij iets liever zien. Zo haalde hij het slot uit de keukendeur uit elkaar na een vraag over hoe het werkt. Hij hielp mensen door te doen. In Zuiderhout stond hij gewoon op uit zijn rolstoel om iemand anders te helpen.
Pappa’s leven kenmerkt zich met veel bezigheden. Zijn vak als timmerman heeft hij met veel plezier uitgeoefend. Helaas door een ongeluk heeft hij de avondschool HTI niet af kunnen maken, wel veel geleerd. Hij had een duidelijke liefde voor natuurlijke materialen en vakmanschap. Velen van ons hebben daar de vruchten van geplukt, veel klussen in de kerk en thuis bij ons maar ook bij vele buren en bekenden. Ik weet nog dat de collega’s van technische dienst in het EG  kwamen om samen met pappa de schuur te bouwen. ‘samen sta je sterk’ Op vakantie of bij dagjes uit was ‘gevels’ kijken een vast item. Pappa keek naar de details…is het een ‘gesneden voeg’. De liefde voor echt hout hebben wij van hem geërfd. Bij het maken van openslaande deuren bij een goede vriend in Zweden merkte ik hoeveel ik heb geleerd. En… het is niet af zonder architraaf!
Hij was ook avontuurlijk. Vroeger op de motor in zijn eentje naar Zuid-Frankrijk waar hij slapend in zijn tent van zijn portemonnee werd beroofd. Geld geleend en terug gekomen. Een paar jaar geleden met Jan en Henny nog naar Egypte, wat heeft hij daar van genoten. Reizen naar Noorwegen, exploreren met Corrie en de vrienden, later hebben wij daar samen een reis door  gemaakt. Lieve pappa, je dacht vaak aan Noorwegen, wat je zo mooi vond en dan besefte je dat je er nooit meer zou komen. Nu ben je in het onbekende, maar vast in goede handen.
Pappa heeft altijd dicht bij de natuur geleefd. Vroeger, als jonge jongen, veel op de fiets naar zijn werk (in de bouw was dat niet altijd dichtbij) en naar Zandvoort waar zijn moeder werkte en zij een strandhuisje hadden. Later altijd in de tuin. De eigen tuinen op de Lorentzkade, maar ook de tuin van zijn schoonmoeder hield hij bij. Frustrerend vond hij het als hij kwam en het gras niet mocht maaien als het ‘nat’ was. Jaren lang had hij een volkstuin aan de overkant van de Randweg bij Tholen. Zaaien, verspenen en groente verbouwen vond hij heerlijk. Mijn moeder mocht/moest het verwerken. Heerlijk die zelf geteelde groente, maar de bloemkool die eenmaal op tafel toch niet vegetarisch bleek te zijn, was wat minder. In de eigen tuin heerste een georganiseerde vrijheid. Planten kregen bij opkomst de kans om iets moois te zijn. Zo kwamen er (volgens mij) spontaan lisdodden in de tuin die mochten blijven. Als ze verplaatst moesten worden gebeurde dat en altijd werd ruimte gemaakt voor de zelf gezaaide vlijtige liesjes, asters, dahlia’s en andere bloemen. Zelfs de bloemen die van de vensterbank in de groenbak verdwenen werden eruit gevist en kregen nog een kans in de tuin. Voor vogels was er altijd plek. Vroeger had hij een volière gebouwd in de tuin. Later waren het de vogels in en om het huis en in het bos waar hij van genoot en naar luisterde en keek. Vakanties in Gees en Epe waren genieten, maar ook lekker in de tuin zitten. Bij het oppassen op Daniël en Mirjam werd standaard ook onze tuin bijgewerkt (heg snoeien, gras maaien) Daniel ruimde de takken op en daarna zat opa lekker op de tuinstoel ervan te genieten.
Zijn leven gaat ver terug. Geboren in 1933, betekent dat hij de oorlog bewust heeft meegemaakt. Heel trots zijn we als familie dat zijn ouders tijdens de oorlog op de Lorentzkade het huis vol onderduikers hadden. Ernaast zaten de duitsers, Langs de wal aan de Kade liepen ze de wacht. Een spannende tijd en dan nog eens de hongerwinter. Pappa liep met de handkar en zijn moeder naar het noorden om eten te halen voor al die mensen. Altijd bang om verraden te worden. In 2012 kregen onze opa en oma postuum de Yad Vashem onderscheiding uitgereikt van de ambassadeur van Israel in Brussel die zelf als Joods jongetje tijdens de oorlog op Lorentzkade 192 had gewoond. Het was niet makkelijk voor het gezin. Pappa had een band met Israël. Hij was aktief voor Kerk en Israël, maar hielp ook de synagoge en het opruimen van de Joodse begraafplaats.
Altijd heeft hij zelf de zwakkeren in de samenleving willen beschermen, voor hen vechten. Jarenlang Sociaal fonds in het ziekenhuis, Diaconie, PMO, Cahn (arme kant van Haarlem-Noord), De oneerlijke verdeling kon hij zich kwaad over (in politieke discussies) en hard voor maken.
Het geloof was belangrijk voor hem. Het was altijd aanwezig, de zondag werd vast gevierd, twee keer kerk de eerste van de maand. Gebed kwam uit het hart, de actualiteit van alledag kwam erin terug voor het eten. In de gemeenschap van de Pelgrimkerk was hij thuis, dat voelde hij ook toen hij hier het afgelopen jaar nog soms kon komen.
Hij was niet alleen vriend, collega, man en pappa, maar ook opa. Een opa van aanpakken, grapjes maken, plagen, spelletjes spelen (ook willen winnen), samen de tuin sproeien (het maakt niet uit als mamma nat wordt) en met Daniël een vogelhuisje bouwen.
Wat was hij trots op zijn kleinkinderen en op ons. Wat zijn wij trots op hem!
Marianne en Peter Stol